kynologie uit de oude doos (4)
geschreven 15-7-2022, eerder gepubliceerd op facebook
Gisteren weer eens een paar uur in de kynologische bibliotheek te Amsterdam
doorgebracht. Enige uren gelezen en aantekeningen gemaakt. En wat heb ik dan
gelezen: anderhalve tentoonstellingscatalogus uit de zomer van 1903.
Hoe kun je daar nou uren mee zoet zijn, vraagt men zich misschien af. Gewoon de
paar bladzijden met de Hollandse herders kopiëren en klaar ben je met zo'n
boekje.
Afgezien van het feit dat er verderop in de catalogus óók nog een Hollander zou
kunnen staan (nesten, nagekomen inzendingen...) is het sowieso wel de moeite
waard om het helemaal door te nemen. Je komt er van alles in tegen. Een greep
uit mijn aantekeningen:
Rasbeschrijving poedels: "kleuren geheel zwart, wit of rood." Rood? Ik ken wel
donkerbruin, choco/leverkleur dus, als reeds lang erkende kleur, maar dan zou
hier toch wel 'bruin' staan? Bij rood denk ik eerder aan een soort diep
abrikoos. Misschien wordt dit later nog eens opgelost. De deelnemende honden
zijn allen zwart of wit.
Rasbeschrijving keeshond: "In het algemeen voorkomen en beharing meer in het
bijzonder, moet de keeshond wat gelijken op de langharige collie echter met die
uitzondering dat zijn hoofd korter moet zijn, ooren kleiner en zuiver recht
opstaand gedragen, en zijn staart rond over zijn rug gedragen van af den wortel,
of vlak op zijn rug liggende. Het moet een compacte kleine hond zijn, (....) max
gewicht 10 kg."
Een keeshond beschrijven als 'lijkt wat op een collie', dat zouden we vandaag de
dag niet meer zo gauw bedenken. Het gewicht geeft aan dat het gaat om wat we nu
een kleine of middenslag kees zouden noemen en niet de grote 'wolfspitz'.
Schnauzers? Dat ras kende men toen niet. Of eigenlijk wel, maar die heetten toen
Ruwharige Duitse pinschers. Een vaderhond heeft als eigennaam Schnauzer.
Bij de ruwharige Duitse dwergpinschers (wat we nu dus dwergschnauzer noemen)
zijn de kleuren van de deelnemende honden geel, roodbruin en grauw. De gele
wordt beste. Tegenwoordig kennen we wel de grauwe, ik neem aan dat dat het
huidige peper en zout is, maar geel en roodbruin...... zouden die nog een
recessief ondergronds bestaan leiden, of zijn die kleuren echt helemaal weg?
Over kleuren gesproken, in de nestklasse doet een nest Malthezers mee waarvan de
twee reutjes de kleur 'havanna' hebben en het teefje is 'crème'. Had ik graag
eens gezien.
Nestklasse is overigens nesten pups, verdeeld in categorieën 'tot 8 weken' en
'van 2 tot 6 maanden'. Vooral bij de jongere nesten is menige pup te koop.
Volgens het tentoonstellingsreglement moeten de honden de gehele 3 dagen dat de
tentoonstelling duurt aanwezig zijn (1 dag keuren en dan nog 2 kijkdagen voor
het publiek), maar verkochte pups mogen meteen met hun nieuwe baas mee.
Voor menige exposant was het een handelsgelegenheid bij uitstek. Zo is er ook
een Engelse exposant die 3 foxterriers en een whippet heeft ingeschreven; alle
vier honden zijn te koop voor f 180 per stuk.
Voor de gewone mens was dat al een heel bedrag. Het kan echter nog een stuk
hoger: er staat een sint-bernard reu te koop voor maar liefst f 1000. Het moet
een fraai dier zijn geweest, want hij behaalt in zowel open- als verkoopsklasse
de 1e prijs. Er staat echter wel ter waarschuwing 'kwaadaardig' bij vermeld in
de catalogus. Dan zijn zijn rasgenoten, die voor respectievelijk f 80, f 175 en
f 120 aangeboden worden misschien niet alleen een voordeliger, maar ook een
veiliger keus...
Boxers met achter de rasnaam tussen haakjes: (Boston-Terriers). De foto erbij
laat wel degelijk een boxer zien. Waren boxer en boston toen één ras, of is dit
een spraakverwarring? Wordt hopelijk later nog eens opgelost.
De fokkers van Hollandse herders uit die tijd blijken, als je verder kijkt, er
nogal eens een gevarieerd assortiment honden op na gehouden te hebben.
Zo komt meneer Jochmann uit Utrecht (kennel Wilhelmina) ook voor als fokker van
Manchester terriers en schipperkes.
Hr Clarion, van kennel Duinlust, heeft niet alleen kort- en ruwharige Hollandse
herders maar ook een ruwharige dwergpinscher en een Airedale terrier. Later
heeft de kennel zich in schnauzers gespecialiseerd.
De heer Drost uit Haarlem kennen wij als de enige vooroorlogse speciaalfokker
van langharige Hollandse herders. In juni-augustus 1903 woont er op hetzelfde
adres ook een mej. de Boer. Samen hebben zij enkele Schotse terriers, en mej de
Boer heeft in haar eentje nog een schipperke. Een inwonend familielid of
personeelslid??
P Wap van de kennel "van 't Gooi" is bij ons vooral bekend doordat er goede
foto's van zijn kortharen Tromp en Truus bewaard zijn gebleven. Maar een grotere
rol in zijn kynologische activiteit speelden de Duitse doggen en de smoushonden.
Op de tentoonstelling in Zutphen wint hij met zijn jonge teefje Schmoeltje van
't Gooi een wel heel bijzondere prijs: een zilveren medaille voor de beste
zelfgefokte smoushond in de jeugd/puppyklas, uitgeloofd door de Philadelphia
Dogshow Association te Philadelphia. Dat zal vast een idee van een Nederlandse
immigrant geweest zijn.
Het was de eerste keer dat er een internationale hondententoonstelling in
Zutphen werd gehouden. Dat was blijkbaar een welkome gelegenheid voor
publiciteit. De catalogus opent met een lijstje bezienswaardigheden in en om
Zutphen, inclusief het fraaie landschap om te wandelen. Daarna 4 pagina's met de
dienstregeling van treinverbindingen en de stoomtram Zutphen-Emmerik.
Onder de uitlovers van ereprijzen bevinden zich de gemeente Zutphen en de
plaatselijke VVV.
Voor de grootste inzending uit Overijssel wordt een prijs uitgeloofd door de
Rashondenclub Twente. Die bestaat nu niet meer; de huidige Twentse
Kynologenvereniging is opgericht in 1919.
Bij de rasgebonden speciale prijzen is nog een bijzondere: iemand looft f 15 uit
voor de beste Duitse dog toebehorende aan een lid van den Algemeenen
Nederlandschen Wielrijders Bond.
Er ambteren maar liefst 22 keurmeesters in Zutphen, waarvan 18 uit Nederland.
Naast oude rotten zien we ook nieuwe gezichten - als keurmeester, wel te
verstaan.
Ze trekken niet allemaal evenveel inzendingen. Bij de Hollandse herders valt de
opkomst, na de behoorlijke aantallen van de voorgaande shows, een beetje tegen:
totaal 9 honden ingeschreven, waarvan 2 alleen ter opluistering, uit de kennel
'Duinlust' van keurmeester Clarion zelf. Aan gewone inschrijvingen zijn er 4
kort- en 3 langharige.
Maar het kan nog een stuk minder. Ook de Skye-terriers worden gekeurd door
iemand die tevens eigen honden exposeert. Hoeveel Skyes zijn er ingeschreven: 1,
en dat is de eigen hond van de keurmeester die 'ter opluistering' meedoet.....
Uit Zutphen zelf komen ook nog een paar bijzondere inschrijvingen. In de dertig
jaar dat er inmiddels hondententoonstellingen worden gehouden, is in de loop der
tijd al het een en ander gereglementeerd. Zo is het bijvoorbeeld verplicht om je
hond eerst te doen inschrijven in het door de pas opgerichte Raad van Beheer
bijgehouden Register van Hondennamen. Desondanks is het nog mogelijk om in de
categorie "Niet-jachthonden van niet gevraagde doch erkende rassen" mee te doen
met twee hondjes van het "ras" Schoothondje. Keurmeester H. v. Bylandt, de
bekende allrounder, acht ze geen bekroning waardig. Hij geeft wel een 2e prijs
aan de hond Flecki, die oorspronkelijk stond ingeschreven als sloughi van
onbekende afstamming. Sloughi-keurmeester Le Gras, de man die het ras zelf heeft
geïntroduceerd in Nederland, vond Flecki blijkbaar te weinig rastypisch om bij
de sloughi's mee te mogen doen.
Tenslotte kunnen dankzij deze catalogus aan het afstammingsregister van de
Hollandse herder weer een paar nieuwe honden worden toegevoegd. Dat was het
eerste doel van dit hele leesproject, dat nog zoveel meer blijkt op te leveren.
Terug naar beginpagina historie