Clubweekend Frankrijk  (september 2021)

 

Mijn reisje naar Frankrijk van alweer ruim een week geleden. Zowel het land als de honden waren de reis zeker waard. Ik heb er maar 's een verslagje van geschreven.


Donderdag. Nachtbus Utrecht-Parijs. Niet heel veel geslapen maar toch wat gedoezeld. In Parijs ontbeten met een bammetje en sterke koffie (waarom hebben Nederlandse stations geen koffie-automaten meer?). Verder met de trein, 3 1/2 uur naar Clermont-Ferrand. Nog wat dutten en uit het raam kijken. Dat boven heuvel/bergachtig land de wolken nadrukkelijk aanwezig kunnen zijn wist ik al, maar zo dichtbij als nu ken ik eigenlijk alleen vanuit een vliegtuig. Ze hangen op gelijke hoogte met de trein en we rijden er langs. Een dun duo-wolkje valt op: twee vogelkoppen die in een gecombineerd lijf overgaan. De rest van de wolken hangt min of meer stil, maar de 'vogels' vliegen met de trein mee. Heel apart. Na een poosje kunnen ze het niet meer bijhouden, blijven achter en beginnen te verwaaien.
Boemeltreintje naar het dorp van bestemming, vakantiehuis gevonden.

Vrijdag. Ansichtkaarten voor het thuisfront gekocht bij de hypermarché. Dat is een royaal opgezette supermarkt annex warenhuis. Bij de ingang zit een eenzame meneer met mondkapje op achter een tafel vol boeken. Blijkbaar een schrijver die zijn boek is komen signeren. Hopelijk krijgt hij later nog wat aanloop.
Naar de Lidl voor eten voor de komende dagen. Lidl mag dan een Duitse keten zijn, het aanbod in de winkels is aangepast per land. Ik blijf maar een paar dagen en krijg al die spannende kaasjes en patés onmogelijk allemaal geproefd. Keuzestress!
Beladen weer terug naar huis en aan de lunch. Brood. Kaas. Ham. Boter. Jam. Sla. Tomaatjes. Bier. Het oogt en het geurt en het smaakt..... Geen wonder dat Franse lunchpauzes altijd zo lang zijn, want even uitbuiken erna is ook wel nodig.
In de namiddag een stukje in de buurt gewandeld. Een zijstraatje in en daar stroomt achter de huizen langs het riviertje de Auzon. Kabbelen, bruisen, een klein watervalletje erin: het vaste achtergrondgeluid voor de mensen die daar wonen.
Het water stroomt de hoek om en het groengebied in. Het is me nu heel duidelijk waarom sommige schrijvers zeggen dat water 'babbelt'. Een klein stukje verderop is het frappant genoeg muisstil.
Auzon, waar ga je heen met je snelle stroom?
- Kom maar mee.
Aan het kaalgelopen spoor langs de oever te zien, ben ik niet de eerste die onder de bekoring raakt en meeloopt. Waar komen die verhalen over sirenen vandaan?
Het water vliedt en ruist en ik volg de kronkelende loop. Op een open plek langs de oever ligt iets bijzonders: een slang, kronkelend als de rivier, opgebouwd uit kleurige stenen. Het blijkt een gemeenschappelijk buurtkunstwerk te zijn, waar menigeen letterlijk een steentje aan bijgedragen heeft. Het zou me niet eens verbazen als dit de echo is van oude cultusactiviteiten op deze plaats.... maar goed, dat weten we natuurlijk niet.
Een stukje verderop scheiden onze wegen. De rivier bruist voort en ik loop door het oude dorp naar mijn logeeradres. Typisch in Frankrijk is dat menig huis in zulke binnenstraatjes wel een verse laag pleisterwerk en nieuwe luiken zou kunnen gebruiken. Net zo typisch: alle bloeiende rozen en geraniums.

Zaterdag. Nu begint het gedeelte waar ik officieel voor gekomen ben: het clubweekend van de Association des Bergers Neerlandais de France. Een gezamenlijke rasvereniging voor de drie Nederlandse rassen uit groep 1: Hollandse herdershond, schapendoes en Saarloos wolfhond.
De zaterdag is bestemd voor gedragstesten en gezondheidsonderzoeken, met 's avonds de ledenvergadering voor de clubleden. Zondag is er dan clubmatch.
Meestal begint het zaterdagprogramma pas 's middags, maar deze keer zijn er met name bij de Hollandse herders zoveel honden aangemeld dat om half 10 de eerste honden al in de ring staan voor de 'test caractère'. Vier honden en eigenaars op een rijtje; de honden dienen zich netjes te gedragen, ook als ze een voor een een rondje om de rij heen moeten lopen. Er worden twee stevige pistoolschoten afgevuurd, waar de honden niet al te schrikachtig op moeten reageren. Daarna komen ze een voor een bij het testteam, dat de chip van de hond afleest, de hond van de eigenaar overneemt en er een stukje mee wandelt, en een assortiment aan speeltjes presenteert. Interesse voor de speeltjes en animo voor trekspelletjes wordt graag gezien. Ook lopen baas en hond over een vreemde ondergrond: een zeil bezaaid met plastic flessen.
In totaal waren hier 47 honden voor ingeschreven, zowel kort- als langharen. Dan zijn er ook nog 18 honden (deels dezelfde) die opgaan voor de pakwerkproef, de Test d'Aptitude au Travail.

Ook voor de Saarloos wolfhonden zijn er gedragstesten, elders op het terrein, waar o.a. ook het over het zeil met flessen lopen in zit.
Voor de schapendoezen is er gelegenheid de ogen te laten onderzoeken, en er is meen ik ook een soort beschrijvende keuring annex gedragstest. Alles tegelijk volgen is helaas niet te doen, een mens moet keuzes maken. En met 'Hollandse herders op de foto zetten voor het rasarchief in Nederland' was ik deze dag al aardig zoet. Dat waren er aan het eind van de dag zo'n 40 geworden.

Zondag. Clubmatch voor alle drie de rassen. Aanvankelijk was 1 keurmeester voor ieder ras gepland, maar aan de hand van de uiteindelijke inschrijving:
20 Saarloos wolfhonden
30 schapendoezen
87 Hollandse herders (69 korthaar en 18 langhaar)
is besloten om de Saarloos-keurmeester een deel van de hollanders erbij te geven. Zo is het voor iedereen te doen. De oorspronkelijke keurmeester keurde nu de klassen waarin CAC mag worden gegeven, dat zijn de open-, tussen- en gebruikshondenklas. De overige klassen (baby, puppy, jeugd, veteraan en kampioen) gingen naar zijn vervanger. Het werkt dus anders dan in Nederland, waar een hond in de jeugd- of veteranenklas net zo goed meedingt naar de kampioensprijs. De beste honden uit de niet-CAC-klassen doen wel weer mee in de verkiezing 'beste van het ras'. Zo kan de voor ons vreemde situatie voorkomen, dat de ene hond als kampioen is aangewezen, terwijl een andere beste van het ras is!
Het aantal Hollandse herders was ongeveer even veel als wat er de laatste jaren op rasclubmatches in Nederland verschijnt. Vooral de korthaar is in Frankrijk al behoorlijk ingeburgerd. De ruwhaar daarentegen heeft op één liefhebber na geen voet aan de grond weten te krijgen.
Met veel kortharen wordt aan africhtingssport gedaan, en sommige hebben een echte baan bij de politie of in de beveiliging. In hun stambomen komen we diverse bijlagehonden tegen; honden uit specifieke politiehondfokkerij die in een bijlage van het hoofdstamboek zijn ingeschreven. In Nederland kennen we zo'n open stamboek niet (meer). Dat maakt het genenpakket van de Franse populatie wat anders dan de Nederlandse.
De winnende honden op deze dag zouden in Nederland ook hoge ogen gooien. Daarnaast zijn er ook honden met een wat Belgisch aandoend type, wat gezien de invloed van de bijlagehonden niet te verwonderen is.
Ook de langharen zijn niet precies een kopie van de Nederlandse populatie. Dat komt niet alleen doordat de oorspronkelijke Nederlandse importen alweer een tijdje geleden zijn, maar ook doordat er in Frankrijk verrassenderwijs in diverse korthaarnesten ook langharige pups geboren worden. Waarom daar wèl, en bij ons al lang niet meer... daar zijn de geleerden het niet over eens. Hoe dan ook zijn ze een welkome aanvulling op het niet al te grote langhaarbestand.
Wat gedrag betreft, is mijn algemene indruk dat Fransen iets steviger met hun honden omgaan dan Nederlanders, en dat ze ook honden hebben waar dat bij past. Men "weet wat men aan de lijn heeft". Dat wil absoluut niet zeggen dat Franse honden niet geaaid worden, geen snoepjes krijgen, en geen geliefde huisgenoot zijn. Maar er worden wel duidelijker grenzen gesteld aan het gedrag van hondlief - weliswaar een enkele keer zo dat ik dacht, een beetje zachter mag ook. In Nederland daarentegen zie ik sommige mensen op jongehondendagen wat suikerig met de hond omspringen, waarvan de vraag is of het dier daar uiteindelijk gelukkiger van wordt. Eens buiten de bubbel kijken hoe anderen het doen, het blijft leerzaam.

Aan het eind van de middag heb ik nog even nader contact met een schapendoes. In hoeverre we echt contact hebben weet ik niet zeker - ik zie niets van zijn gezicht en vraag me af wat de hond zelf nog kan zien door al dat overhangende haar. Een geduchte kuif, staat in de raspunten, maar dat hoeft toch niet zó verhullend te zijn? Kuif is naar mijn idee iets dat opstaat of afstaat, geen neerhangend gordijn. Met een zichtbaar 'smoeltje' zou ik het veel aansprekender honden vinden.

Het dagprogramma loopt zoals gebruikelijk wat uit en bij de eindkeuring voor best in show hebben veel mensen het al voor gezien gehouden. Van de Saarloos wolfhonden is alleen de winnende hond nog aanwezig, de rest is allemaal al weg. Een fraaie hond, maar ook deze moet bij nader onderzoek door de keurmeester goed vastgehouden worden omdat hij het wel heel spannend vindt. Hopelijk leiden de gedragstesten voor dit ras tot selectie op ietsje vrijer gedrag, dat is voor de honden zelf wel fijner.
Uiteindelijk wordt de kortharige Hollandse herder teef best in show. Verdiend, 't is een mooie hond.

Maandag. Thuisreisdag. Dag Frankrijk, tot de volgende keer!


Als 't even kan ben ik elk jaar van de partij op deze happening. Wat me opvalt is dat het vrijwel steeds een compleet Franse aangelegenheid is, zeker bij de schapendoezen en de Saarlozen. Dit terwijl het hier om Nederlandse hondenrassen gaat en Frankrijk voor Nederlanders toch een populair vakantieland is. De ene keer dat ik met een hond kwam meedoen, in 2005, werd het leuk gevonden dat er iemand uit het land van oorsprong was gekomen; sterker nog, bij een volgende keer een paar jaar later werd ik er over aangesproken "jij was toen toch in Romilly?"
Vandaar dat ik het hier eens onder de aandacht wil brengen. Wie weet brengt het nog iemand op een idee.
Website van de vereniging: https://abnf.fr/ 

 

terug naar pagina reisverslagen

 

terug naar hoofdpagina